De theorie

Het theorie-examen bestaat vanaf maart 2009 uit drie onderdelen:
– Een onderdeel over regelgeving bestaande uit 30 vragen
– Een onderdeel over verkeerinzicht/risico’s bestaande uit 10 vragen
– Een onderdeel over gevaarherkenning bestaande uit 25 vragen
Gevaarherkenningsvragen:
De gevaarherkenningsvragen beantwoord je door aan te geven wat je in deze situatie zou doen:
– remmen (dat wil zeggen flink snelheid verminderen of zelfs stoppen);
– gas loslaten (dat wil zeggen extra attent zijn en voorbereid zijn op een andere gedragskeuze);
– of niets (dat wil zeggen gewoon door blijven rijden met dezelfde snelheid

 

Wanneer ben je geslaagd?
Het theorie-examen kent voorlopig een verschil in normering voor de 40 vragen over regelgeving / inzicht en de 25 vragen over gevaarherkenning.
Je bent geslaagd als je:
– 35 van de 40 vragen over regelgeving (30)/verkeersinzicht(10) goed hebt beantwoord én:
– 12 van de 25 vragen over gevaarherkenning goed hebt beantwoord.

 

Examenduur theorie:
Een voorwaarde bij het vernieuwde theorie-examen was dat het niet langer mag gaan duren. Hoewel het aantal vragen verhoogd is, is bij de vragen over gevaarherkenning de antwoordtijd slechts 8 seconden.